Wonen op het water
Als u rondkijkt zult u in onze waterrijke omgeving overal historische schepen zien liggen op plaatsen waar ze meestal geen overlast veroorzaken. Sommige gerestaureerd en een lust voor het oog, andere verwaarloosd of zodanig opgebouwd dat alleen een kenner het oorspronkelijke schip kan visualiseren.
De maatschappelijke meerwaarde van deze restanten uit het pré-industriële tijdperk bestaan uit meerdere factoren;
de invloed op het landschappelijk beeld
woning voor o.a. musici, beoefenaars van oude ambachten, liefhebbers van cultuur/historie,natuur en andere excentrieke ‘levens’kunstenaars die niet passen in reguliere woonvormen.
recreatieve doeleinden
mobiele werk/ opslagplaats
positief cultureel identiteitsbesef ( de bijdrage van de voc en religie beschouw ik als negatief voor b.v. immigranten)
Als men erkend dat historische vaartuigen bij onze culturele identiteit horen en altijd een dominante plek in het landschappelijk en stedelijk beeld hebben ingenomen zal men inzien dat ze samen met molens, tulpen, en monumentale gebouwen naar het buitenland toe, onze identiteit bepalen (zie ansichtkaarten, schilderijen e.d).
Problemen zijn er met a-sociale, landschap ontsierende dominante hokken op oude casco’s, en troep op de wal. Deze zaken zijn zo oud als het gebruik van vaarwegen. Door alle belangen objectief te benaderen is het mogelijk om de meerwaarde beter uit te laten komen en de problemen te minimaliseren.
Ook onder de eigen bevolking bestaat veel interresse in schepen. ( zie sail amsterdam ed) M.i. zouden zeker de zgn bolkoppen speciale aandacht verdienen van monumentenzorg; deze vorm is meer dan 500 jaar oud en typisch Hollands. (zie antieke schilderijen)
Als men bij ruimtelijke ordening rekening houdt met het tijdsbeeld rond monumenten kan men door het combineren van diverse objecten een “live” schilderij maken en de samenhang zichtbaar maken.
Enige suggesties;
Als basiseis stellen dat de contouren van historische vaartuigen zoveel mogelijk behouden blijven of teruggebracht worden, en vrij blijven van objecten die het beeld verstoren. Ook moderne kleuren zoals bv. epoxygrijs en signaalrood/groen zijn uit den boze. Monumentale bolkopschepen als mobiel landschappelijk monument erkennen en ligplaatsen in ere herstellen. (Geef eventueel wat voorbeelden van schepen bij pakhuizen en boerderijen en molens eventueel dmv foto’s of dia’s.)
Bij woonarken op historische casco’s stimuleren dat men de romp zo schildert dat de contouren beter uitkomen en de opbouw minder opvalt.
Op plekken waar ze geen overlast veroorzaken ligplaatsen creëren voor de zgn “lastige gevallen”; wegjagen heeft geen zin en leidt tot overlast op andere lokaties. In uiterwaarden en nevenvaarwater is plek genoeg .
Ook onder recent gebouwde kleinere schepen zijn vele voorbeelden van scheepsbouwkunst. Veel van deze schepen b.v. sleepboten, directievaartuigen en jachten worden internationaal erkend als uitzonderlijk mooi en goed gebouwd, wat ondermeer blijkt uit het feit dat nederlandse zeeslepers ed verbouwd worden tot megajacht voor internatiomaal gebruik, en dat scheepsmakelaars altijd “Dutch build” vermelden als pré.
Natuurlijk werden er in heden en verleden ook gedrochten gebouwd uit praktische overwegingen, zodat op prominente lokaties een zekere schoonheisdtoets noodzakelijk is, ook wat de afmetingen betreft.
Bij het inpassen van schepen in museum en historische havens verdient het aanbeveling om ook verantwoorde combinaties te maken van diverse scheepstypes: bv. Sleepboten- sleepschepen, zeeschepen- grotere binnenschepen- kleinere vaartuigen en bijboten. Lading werd nl vaak overgeladen op schepen die aangepast waren aan een bepaald vaargebied. Dit maakt door de diversiteit het beeld levendiger en completer.
Tot slot zou ik willen opmerken dat ook onder niet monumentale schepen unieke casco’s zijn die in de toekomst zeker gerestaureerd zullen worden. Ook een inventarisatie van deze schepen is absoluut noodzakelijk om verdere ontbinding sloop of verbouwing tegen te gaan.
Paul van ’t Net.
Comments